Professor Moulaerts werk is gericht op de sociale constructie van het ouder worden, op het raakvlak van kennis en overheidsbeleid.
Zijn proefschrift onderzocht outplacement van werkloze oudere volwassenen (45) als een geval van (toenmalig) nieuw activeringsbeleid ('actief ouder worden in het arbeidsproces'), waarbij hij suggereerde dat het zou kunnen worden gezien als een 'nieuwe omgang met het einde van de loopbaan', die meer verantwoordelijkheid bij individuen legt. Tijdens zijn eerste postdoctoraat bij het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek van België (FRS-FNRS) en een periode aan het King's College in Londen verbreedde hij zijn focus door te wijzen op de sleutelrol die internationale organisaties (Europese Commissie, Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling, Wereldgezondheidsorganisatie, Verenigde Naties) en Engelstalige onderzoekers speelden in de meervoudige definities van actief ouder worden buiten de arbeidsmarkt. Hij verlegde de aandacht naar de uitdagingen van sociale participatie en burgerschap die door dergelijke internationale discoursen worden ondersteund en bekeek de opkomst en verspreiding van "leeftijdsvriendelijke steden en gemeenschappen" wereldwijd. Hij observeerde ook de verspreiding van verschillende regelingen voor senior burgerschap in een dozijn steden in België, Spanje, de Verenigde Staten, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en de provincie Quebec (Canada), evenals de manier waarop deze regelingen interageren met "leeftijdsvriendelijke steden en gemeenschappen". Sinds 2016 is hij geïnteresseerd in de ruimtelijke dimensie van de vergrijzing via het sociaal-politieke gebruik van openbare banken (zie ANR JCJC Citizenbench project).
De intentie is om in LIAS op basis van internationaal en interdisciplinair overleg wetenschappelijke inzichten over grote maatschappelijk uitdagingen te laten samenbrengen.